Breekbrood van wit- en volkorenbrood

Ingrediënten

Voor het volkoren brood

• 175 gr volkoren meel
• 75 gr bloem
• 150 ml water, lauwwarm
• 10 gr boter, op kamertemperatuur
• 1 tl suiker
• 4 gr gedroogde gist
• 5 gr zout

Voor het witte brood

• 250 gr bloem
• 150 ml water, lauwwarm
• 10 gr boter, op kamertemperatuur
• 1 tl suiker
• 4 gr gedroogde gist
• 5 gr zout

Zaden of pitten om de broodjes mee  te bestrooien. Ik heb pompoenpitten, lijnzaad, sesas- en maanzaad gebruikt. Natuurliijk kun je ze ook op smaak brengen met gedroogde tijm of rozemarijn. 

Meng alle ingrediënten en kneed er een soepel deeg van. Masseer het deeg goed, zodat de gedroogde gist tot leven komt en je brood lekker luchtig wordt.  

Doe hetzelfde met de ingrediënten voor het witte brood. 

Leg beide deegbolletjes in een (aparte) met olie ingevette kom en dek ze af met een schone theedoek. Laat het deeg een uur staan op een warme plek zodat het kan rijzen.

Gebruik een vierkante of rechthoekige vorm om het breekbrood in te bakken. Vet de vorm in met wat olijfolie en een keukenpapiertje. Verdeel de beide deegballen in 8 gelijke delen en draai er bolletjes van. Leg ze met een dambord patroon in de vorm, met wat tussenruimte. Als de tweede rijs is geweest, zitten alle broodjes netjes aan elkaar.. Laat het brood 45 minuten rijzen op een warme plaats, met een theedoek over de vorm. 

Verwarm de oven voor op 220 °C.

Strijk de bolletjes licht nat met wat water en verdeel je topping over de broodjes. Bak in 20-25 af.