Terrine van biet, geitenkaas, spinazie en groene asperges

Snij de onderkant van de asperges eraf. Ze zijn minder houtachtig dan bij witte asperges, maar toch minder sappig. Blancheer de groene asperges kort (minuut of 2) in zout water en koel meteen terug in ijswater of met koud water in een vergiet.  Doe hetzelfde met de spinazie. Laat de spinazie goed uitlekken en knijp daarna de blaadjes nog eens goed uit. 

Snijd het sjalotje heel fijn en meng het door de geitenkaas heen. Breng op smaak met peper en zout. 

Haal de bieten door een mandoline of snijd er met een mes dunne plakjes van. 

Bekleed de terrinevorm (of cakevorm) met plasticfolie. Leg de plakjes biet naast elkaar op de bodem en aan de zijkant van de vorm. Probeer zo min mogelijk te overlappen. Als de hele vorm bedekt is kun je beginnen met het bouwen van de terrine. Door de verschillende kleuren heb je, als je de terrine aansnijdt, mooie laagjes. Die gaan we nu maken! 

Begin met de helft van het geitenkaasmengsel op de bodem op de bietjes te leggen. Druk het goed aan, dat het mengsel de vorm aanneemt van de terrine. Leg er 2 of 3 asperges op en de helft van je spinazie gevolgd door een laagje bietjes.  Verdeel daarna de andere helft van de geitenkaas over de bietjes, gevolgd door de asperges, spinazie en een laag bieten. Duw voorzichtig aan en doe de (zware) deksel van de terrine erop.  Als je een cakevorm gebruikt kun je er bijvoorbeeld zware blikjes op zetten.  Zet hem in de koelkast en laat hem het liefst een nacht opstijven. Ideaal voorgerecht om van te voren te maken dus! Draai de terrine na het opstijven in één beweging om en stort hem meteen op de schaal waarop je hem wil serveren. Garneer met wat salade